Van Marie tot Marleen, een duik in de geschiedenis van de Nederlandse zwemsport

De nationale zwemploeg bezat nog geen olympisch goud, toen Marie Braun op 11 augustus 1928 in Amsterdam te water ging voor de finale van de rugslagsprint. De avond tevoren had Zus tegen haar moeder gezegd: “De vlag moet nu maar eens aan de middelste mast. Het móét!” De 400 vrij (Marie Braun) en de 200 school (Marie Baron) hadden tot dan zilver opgeleverd. Er moest hoognodig iets groots worden verricht.

Deze race – Braun keerde in Amsterdam als vierde, maar maakte haar achterstand op de Britse zwemsters King, Cooper en Gillman op de terugweg meer dan goed – was de inleiding van grote Nederlandse daden in het internationale zwembad. Braun won goud. Er zouden er nog vele volgen.

Nederland waterland bracht vele zwemtalenten voort. Wie herinnert zich niet de successen van Rie Mastenbroek, Ada Kok, Conny van Bentum, de tweelingzussen Marianne en Mildred Muis, Marcel Wouda, Inge de Bruijn, Pieter van den Hoogenband en Marleen Veldhuis?

Naast de vele heldenverhalen die het Nederlandse zwemverleden rijk is, verhaalt dit boek ook over de achtergronden waartegen de prestaties zich hebben afgetekend. Hoe is de zwemsport door de jaren heen georganiseerd geweest? Wat is er sinds 1888 veranderd op het gebied van training en begeleiding? Wat droeg men eind negentiende eeuw in het zwembad, en wat heeft de zwemwereld sindsdien ondernomen om door middel van badkleding sneller te gaan zwemmen?

Zwemmen in goud besteedt niet alleen aandacht aan de grote verrichtingen uit de Nederlandse zwemgeschiedenis. Per jaar worden de belangrijkste ontwikkelingen, geconcretiseerd met vele records en uitslagen, in beeld gebracht. De grote hoeveelheid details en feiten maken deze rijk geïllustreerde uitgave tot een encyclopedisch boekwerk.

Auteurs: Jos van Kuijeren en John Volkers